Valse waterzucht; uitstorting van vocht in een lichaamsholte of tussen bindweefsel.
Artisjok (Cynara scolymus).
De wortel. 20% decoct, 5 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Brandnetel (Urtica dioica): de grote brandnetel.
De gehele plant. 6% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Brem (Sarothamnus scoparius): de gewone brem of bezemkruid; ook priemkruid, ginst.
De bloemen. 2% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Es (Fraxinus excelsior).
De bladeren. 5% infuus, 25 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Glaskruid (Parietaria officinalis): het groot glaskruid; ook muurkruid, perzikkruid.
Het bovengrondse deel van de plant. 4% infuus, 20 minuten laten trekken. Vier kopjes daags.
Heermoes (Equisetum arvense); ook paardestaart, naaldekoker, robol.
De onvruchtbare stengels. 4% infuus, 20 minuten laten trekken. Vier kopjes daags.
Kaardebol (Dipsacus fullonium): de weverskaardebol.
De wortel. 6% decoct, 5 minuten laten koken. Drie kopjes daags. Ook: 40 g wortel gedurende 8 dagen laten macereren in 1 liter droge witte wijn. Filtreren. Twee of drie glaasjes daags.
Kers (Prunus avium): de zoete kers; ook kriek.
De steeltjes van de vruchten. 4% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Klis (Lappa major): de grote klis; ook kliskruid.
De wortel: klitwortel. 4% decoct, 15 minuten laten koken. Drie kopjes daags, op de nuchtere maag.
Lelie (Lilium candidum): de witte lelie; ook madonnalelie.
De bol. 5% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Leverkruid (Eupatorium cannabium); ook boeltjeskruid, koninginnekruid.
De bloemen. 3 à 4% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Maïs (Zea mays).
De stempels. 6% decoct, 10 minuten laten koken. Twee of drie kopjes daags.
Muizeoor (Hieracium pilosella); ook langharig havikskruid.
De gehele plant. 5% infuus, 30 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Peterselie (Petroselinum sativum); ook visgroente.
De wortel. 4% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Rosmarijn (Rosmarinus officinalis); ook rozemarijn.
De bladeren en de bloemen. 4% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags. Ook: 50 g rosmarijntakjes gedurende 7 dagen laten macereren in 1 liter witte wijn. Filtreren. 2 glaasjes daags.
Selderie (Apium graveolens); ook eppe, juffrouwmerk.
De bladeren. 4% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags, drinken met melk.
Stalkruid (Ononis spinosa); ook kattedoorn.
De wortel. 6% decoct, 10 minuten laten koken. Twee kopjes daags.
Ui (Allium cepa); ook ajuin, siepel.
De bol. Rauw of gekookt eten. Ook: 500 g gehakte ui gedurende 6 dagen laten macereren in 1 liter witte wijn. Zeven door een doek en 100 g honing toevoegen. 8 tot 10 lepels, verdeeld over de dag.
Vlier (Sambucus ebulus): de kruidvlier; ook wilde vlier, dwergvlier.
De wortelstok en de schors. 4% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Vlier (Sambucus nigra): de gewone vlier; ook vledder.
De schors. 6% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Vijg (Ficus carica).
De takjes. 500 g fijngehakte takjes gedurende 15 minuten laten koken in 1 liter wijn en 0,5 liter water. Drie kopjes daags.
Zuring (Rumex patientia): de spinaziezuring; ook patiëntie.
De wortel. 5% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
