Wondroos; acute ontsteking van huid en weefsel van onderhuid, met een neiging tot snelle uitbreiding, gekenmerkt door hoge koorts.
Boon (Phaseolus vulgaris): de klimboon.
Het sap van de peul van snij- of sperzieboon. Aanbrengen op de ontstoken plekken.
Heemst (Althaea officinalis); ook witte malve, witte maluwe.
De wortel, tandwortel geheten, de bladeren en de bloemen. 6% infuus, 30 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Huislook (Sempervivum tectorum); ook huisloof, daklook, donderblad.
De bladeren. 3% decoct, 10 minuten laten koken. Twee kopjes daags.
Kool (Brassica oleracea): de rode en de witte kool.
Het sap van de verse kool. Hiermee de ontstoken plekken wassen.
Korenbloem (Centaurea cyanus): de blauwe korenbloem; ook roggebloem.
De bloemen. 6% infuus, 15 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Salomonszegel (Polygonatum vulgare).
De wortelstok. 4% infuus, 30 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Vlier (Sambucus nigra): de gewone vlier; ook vledder.
De bloesem. 5% infuus, 15 minuten laten trekken. Vier kopjes daags.