Gepubliceerd op 11-11-2021

vlam

betekenis & definitie

v. vlammen, vlammetje (1 een der telkens wisselende vormen gloeiend gas, damp, bij een verbrandingsproces, 2 in het mv.: brand, 3 gloed, hartstocht; 4 geliefde; 5 ader, in hout, marmer enz.; 6 verkl. lucifer):

1. zwavel brandt met een blauwe vlam; de vlammen sloegen uit het dak; die turf wil geen vlam vatten, ontbranden; vuur en vlam spuwen, eig. van een draak, fig. vreselijk uitvaren, erg zijn boosheid tonen;
2. het huis stond rondom in vlammen (of: in volle vlam); de vlammen meester worden;
3. de vlam der liefde;
4. een oude vlam van hem;
5. marmer met fraaie vlammen;
6. geef mij een vlammetje; zie gevlamd.

< >