m. Tempeliers, Tempelieren (lid der in 1119 door Hugo de Papens te Jeruzalem gestichte en in 1312 opgeheven geestelijke ridderorde, dragende een witte mantel met rood kruis): zegsw. drinken (of: zuipen) als een Tempelier, onmatig zoals, volgens de volksmening, de Tempeliers deden; Orde v. d.
Goede Tempelieren, drankbestrijdersorganisatie.