o. schermen, schermpje (iets, dat beschermt: 1 plat of gebogen voorwerp, dat dient om licht tegen te houden, tot bescherming tegen stralende warmte; draagbare afschutting, wand inz. met papier of andere dunne, ondoorzichtige stof beplakt om een deel v. e. vertrek aan het gezicht te onttrekken enz.; 2 toneelgordijn; doek; 3 losse toneelwand, coulisse; 4 plantk. zekere bloeiwijze):
1. een regenscherm, een vuurscherm, een zonnescherm; een ijzeren scherm; een zwart scherm met gouden vogels;
2. het scherm laten zakken;
3. de zijschermen; fig. achter de schermen zien (of: kijken), zich vergewissen van verborgen bedoelingen, verhoudingen; achter de schermen blijven (of: zich houden), niet openlijk optreden en toch de drijfkracht (helpen) vormen;
4. de scheerling bloeit in een scherm.