Gepubliceerd op 11-11-2021

schat

betekenis & definitie

m. schatten (1 een geheel van voorwerpen of stoffen, dat een grote waarde vertegenwoordigt; 2 groot bezit aan geld[swaarde]; 3 in het alg. grote, onbepaalde geldswaarde; 4 geheel van grote geestelijke of zedelijke waarde; 5 overvloed van, rijkdom aan; 6 iem., die een ander bijzonder aan het hart ligt; ook: iem., die zeer lieftallig is, zich zeer beminlijk heeft gedragen):

1. de eigendom v. e. gevonden schat;
2. er schatten aan verdienen:
3. schatten aan arbeidskracht;
4. gezondheid is de grootste schat;
5. een schat van bijzonderheden, van kennis;
6. beste schat; vleinaam: mijn schat(je).

< >