o. -en;
1. lijn, koord in strak gespannen toestand dienende om de rechte lijn aan te geven, waarlangs iets evenwijdig gebracht moet worden: het richtsnoer in gebruik bij timmerlieden, metselaars, leidekkers;
2. fig. voorbeeld, waarnaar men iets of zich zelf richt; datgene, waarnaar men iets of zich richt: leidraad: dat zal u tot richtsnoer strekken.