m. prinsen (Fr. prince van Lat. princeps = eerste: koningszoon; vorst, heer van een prinsdom; erevoorzitter van een rederijkerskamer): hij is prins van den bloede, d. i. uit een regerend stamhuis; Prins Bismarck, titel; zegsw. van den prins geen kwaad weten, totaal onschuldig of argeloos zijn; den prins gesproken hebben, aangeschoten zijn.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk