bn. (1 van papier vervaardigd; uit papier bestaande; 2 alleen op papier bestaande, niet werkelijk; 3 in tegenstelling met goud en zilver; 4 als van papier; inz. zwak, onsterk):
1. papieren manchetten; een papieren omslag, papieren bloemen, kunstbloemen;
2. de papieren gelijkheid van Frans en Vlaams in België; papieren oorlog;
3. papieren en zilveren roebels;
4. de witte papieren vleugeltjes van de vlinder; een papieren vrouwtje; papieren zolder, onsterke vloer, onbetrouwbare grond inz. fig. in toepassing op zwak ijs.