Gepubliceerd op 11-11-2021

paarl

betekenis & definitie

v. paarlen, paarltje (Fr. perle: 1 rondachtige uitwas van dezelfde stof als het parelmoer, inz. in het binnenste bekleedsel van de schelp der pareloester, dat zich vormt om van buiten af in de schelp binnengedrongen voorwerpen; 2 fig. het puik; 3 typ. een der kleinste lettersoorten, groter dan diamant; 4 bij verg. allerlei zaken, die op een parel gelijken);

1. een medaillon, in paarls gevat; paarlen aan een snoer rijgen; als een paarltje in het goud (gevat), fig. v. iem., die tussen aangename buren zit; dat is een paarl aan zijn kroon, iets, dat hem tot sieraad strekt of voor hem van veel waarde is; valse paarls; zegsw. paarlen voor de zwijnen werpen, het heilige of schone aan onwaardigen verkwisten, zie Matth. 7 : 6;
2. Cuba is de paarl der Antillen; een paarl van een vrouw;
3. paarl en diamant komen slechts bij uitzondering voor;
4. zweetdruppels rolden in paarlen van zijn voorhoofd; paarltjes in het glas opstijgend, luchtbellen; paarls op het oog, witte vlek op het hoornvlies (Z.-N. soms: staar).

< >