Gepubliceerd op 11-11-2021

oom

betekenis & definitie

m. omen, ooms, oompje (broer van vader of moeder): oomlief; dat valt in oomliefs smaak; Tijsoom; oom Hein, de dood; zegsw. daar ligt oom Kool, scherts, de sukkel; de hoge omes, de machthebbers, autoriteiten! voor de omes komen, examen doen; Jan oom (of; ome Jan), de lommerd; Z.-N. eerst oom en dan oomkens kinderen, het hemd is nader dan de rok.

< >