m. omen, ooms, oompje (broer van vader of moeder): oomlief; dat valt in oomliefs smaak; Tijsoom; oom Hein, de dood; zegsw. daar ligt oom Kool, scherts, de sukkel; de hoge omes, de machthebbers, autoriteiten! voor de omes komen, examen doen; Jan oom (of; ome Jan), de lommerd; Z.-N. eerst oom en dan oomkens kinderen, het hemd is nader dan de rok.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk