1 bn., bw. (zonder einde, inz. fig. buitengewoon groot): een oneindige verscheidenheid, de oneindige ruimte; de oneindige goedheid Gods, zeer groot; oneindig groot, elke denkbare afmeting te boven gaande;
2 oneindige, o. (wat zonder einde is): het oneindige, de (onbegrensde) ruimte van het heelal; tot in het oneindige;
3 Oneindige, m.: de Oneindige, nl. God.