v. en o. octaven (Lat. octavus = achtste: 1 muz. 9e toon van de grondtoon af, deze zelf mee inbegrepen; omvang van 8 tonen; 2 tijdperk van 8 dagen tot viering van enig R.-K. kerkelijk feest; 3 de twee quatrains van een sonnet):
1. een octaaf spelen;
2. een octaaf ter ere v. d. H. Jozef;
3. zie sextet.