v. loopbanen (1 [gedeelte v. de] levensweg; 2 iems. werkzaamheden, betrekking, betrekkingen door hem bekleed gedurende zijn leven; carrière; 3 weg v. e. hemellichaam):
1. God kent onze loopbaan op aarde;
2. als letterzetter zijn loopbaan beginnen;
3. een elliptische loopbaan.