Gepubliceerd op 11-11-2021

keizer

betekenis & definitie

m. keizers (Lat. Caesar, titel der Rom. imperatoren: hoogste vorstentitel, hoogste vorstelijke waardigheid; schuttersgilde Z.-N.: titel van iem., die drie jaar koning is geweest): de keizer van Brits-Indië; zegsw. (Bijbel) geeft den keizer, wat des keizers is (en Gode wat Godes is), geef elk a) het zijne, b) wat men hem verschuldigd is aan eer, hulde enz., Matth. 22 : 21: waar niets is, verliest de keizer zijn recht, hem, die niets bezit, kan zelfs de hoogste macht niet dwingen iets te geven; zie ook b a a r d 1; Z.-N. den keizer gezien hebben, dronken zijn.

< >