Gepubliceerd op 11-11-2021

kaaskamer

betekenis & definitie

v. -s (vertrek., waarin de verse uit de vorm genomen en met zout ingewreven kazen worden bewaard, totdat zij voor de markt geschikt zijn);

kaaskleursel, o. (geelachtige vloeistof tot het kleuren der kaasstof); kaaskop, m. -koppen (persvorm voor kaas; scheldnaam in België voor N.-Nederlander); kaaskopdraaier, m. -s (-maker);

kaaskoper, m. -s (handelaar in kaas): zegsw. ‘t is een (hele) kaaskoper, iem., die 't breed heeft en dit laat blijken;

kaasmarkt, v. -en (gelegenheid tot koop en verkoop v. kaas; kaashandel; markt, waar kaas verhandeld wordt): de kaasmarkt te Alkmaar;

kaasmes, o. -messen (groot mes, waarmee kaas gesneden wordt; spott. sabel; mesje om een hompje dessertkaas af te snijden inz. in verkl.);

kaasmijt, v. -en (mijt, in [oude] kaas; Lat. tyroglyphus siro);

kaasstof, v. (wrongel, waaruit de kazen gevormd worden; ook: caseïne, eiwitstof in melk);

kaasstolp, v. -en (stolpvormig [glazen] deksel om kaas te bedekken op een schotel van dezelfde stof); kaasstremsel, o. -s (middel om de melk tot kaas te doen stremmen: leb, of een surrogaat): kaas in poedervorm:

kaaswaag, v. -wagen (stedelijke waag tot het wegen van kaas).