I. kaaide, h. gekaaid (scheepst. aan de kaai aanleggen).
II. kaaide, h. gekaaid (van de raas: langscheeps brassen en toppen; ook: uit de overeindse stand in horizontale stand brengen of omgekeerd).
III. kaaide, h. gekaaid ([heimelijk] wegnemen; gappen); gmz.
IV. kaaide, h. gekaaid (plat: werpen, gooien; kwakken).