zette in, h. ingezet (1 plaatsen in; tussenin voegen; 2 van gesteenten: in metaal vatten; 3 bij een verkoop het eerste bod doen; 4 op het spel zetten; 5 aanheffen, beginnen te spelen of te zingen; 6 Z.-N. van duiven: in een wedstrijd laten mededingen):
1 een ruit inzetten, een tand inzetten;
2 diamanten inzetten;
3 een huis inzetten;
4 geld inzetten;
5 een psalm inzetten;
6 duiven inzetten;
inzetter, m. -s (hij, die inzet inz. bet. 3).