Gepubliceerd op 11-11-2021

ha

betekenis & definitie

1. hectare, 100 a, 10.000 m2.

2. tw. (1 uitroep ter uiting van verschillende gemoedsaandoeningen: van blijdschap, van voldoening, schampere spot, van verrukking, van teleurstelling, schrik; 2 schriftelijke voorstelling van een lach): a) daar heb ik beet! b) ‘t is om te lachen, ha, ha, ha!
3. o. ha’s (de klank van ha): een ha v. blijde verrassing.