1. gutste, h., i. gegutst (tappelings neerstromen): het bloed gutst uit de wonde; het zweet gutst hem langs het hoofd; de regen gutst.
2. gutste, h. gegutst (uithollen met een guts of steekbeitel).
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
1. gutste, h., i. gegutst (tappelings neerstromen): het bloed gutst uit de wonde; het zweet gutst hem langs het hoofd; de regen gutst.
2. gutste, h. gegutst (uithollen met een guts of steekbeitel).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: