o. exemplaren, exemplaartje (Fr. exemplaire [Lat. exemplarium]: 1 afdruk, afschrift; 2 elk van een aantal gelijksoortige personen of voorwerpen; stuk):
1. van die uitgave heb ik één exemplaar;
2. bloeiende exemplaren van aristolochia; nog spott., min. v. personen: dat is ook een (fijn) exemplaar, nummer.