v. essences (Fr. 1 het wezen ener zaak, de kracht, de geest; 2 krachtig uittreksel van aromatische stoffen, vruchten enz.; scheikundig bereide stof, waarin een smaak geur enz. sterk geconcentreerd is, meestal bestemd om verdund gebruikt te worden):
1. in deze bet. ook essens: iets van de essence van den mens;
2. frambozen essence; ook: essentie, (en = en).