Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- klarigheid
- klarinet
- klarinettist
- klaring
- klaringsvaartuig
- klaroen
- klaroengeschal
- klas
- klasgenoot, klassegenoot
- klasgenote
- klasse
- klasse(n)justitie
- klasseboek
- klassen
- klassenstrijd
- klasseonderwijzer
- klasseonderwijzeres
- klassepatiënt
- klassepatiënte
- klasseren
- klassiaan
- klassiek(en)
- klassikaal
- klater
- klaterabeel
- klateren
- klatergoud
- klats
- klats(j)oor
- klatsen
- klaus
- klauter
- klauteraar
- klauteren
- klauterpartij
- klautervis
- klauw
- Klauwaard
- klauwen
- klauwengang
- klauwer
- klauwhamer
- klauwier
- klauwijzer
- klauwstuk
- klauwzeer
- klavaatshamer
- klave
- klavec(h)ordium
- klavecimbaal, klavecimbel
- klaver
- klaveraas
- klaverblad
- klaverbloem
- klaverboer
- klaverbouw
- klaveren
- klaverheer
- klaverhooi
- klaverrijk
- klaverveld
- klavervier
- klavervrouw
- klaverwei(de)
- klaverzaad
- klaverzuring
- klaviatuur
- klavie
- klavier
- klavierconcert
- klavierspel
- klavierspeler
- klaxon
- kledder
- kledderig
- kleden
- kledenkloppen, kleedjeskloppen
- klederdracht
- kledermaken
- kledij
- kleding
- kledingmagazijn
- kledingstuk
- kleed
- kleedgeld
- kleedje
- kleedjeskloppen
- kleedkamer
- kleedkuil
- kleedsel
- kleedwagen
- Kleef
- kleefgaren
- kleefkruid
- kleefmiddel
- kleefpleister
- kleefstof
- kleem
- kleems
- kleen
