Gepubliceerd op 11-11-2021

eenheid

betekenis & definitie

v. eenheden (1 de eigenschap van één, d. i. niet verdeeld, te zijn; 2 een hecht samenhangend geheel; 3 rekenk. getal, dat niet door samenvoeging van meer dan één gelijksoortige grootheid ontstaan is; 4 aangenomen maat, grootte of hoeveelheid, waarmee men andere grootheden of hoeveelheden afmeet):

1. de eenheid van maten en gewichten, gelijkheid; er is veel eenheid in de regeringsbeginselen, harmonie, gemis aan tegenstrijdigheid;
2. eenheid van tijd, eenheid van geloof, gelijkheid; als geheel, als eenheid moeten de volken een rol in de wereldgeschiedenis spelen;
3. de eenheden en tientallen;
4. de ampère is de eenheid van de stroomsterkte; nog: (drama) eenheid van plaats, de handeling geschiedt altijd op dezelfde plaats; eenheid van tijd, de handeling is binnen 24 uren afgelopen; eenheid van handeling, eenheid van idee, er is slechts één hoofdhandeling in het stuk; de drie eenheden waren voornamelijk een eis van het klassieke drama.