Gepubliceerd op 11-11-2021

doorgaand

betekenis & definitie

bn. (aanhoudend, voortdurend, gebruikelijk): een -e loftuiting; een -e regel, algemeen, zonder uitzondering; een -e trein, nergens ophoudende;

-gaans, bw. (i. d. regel, meestal);
-gang, m. -en (1 het doorgaan; plaats, waar men doorheengaat; gelegenheid om door te gaan; 2 Z.-N. beurt bij boogschuttersspel):
1. de — is hier eng, plaats van doorgaan; geen —! het feest heeft geen —, zal niet doorgaan; van hemellichamen: het gaan door de meridiaan b.v. de — van Venus; 2. Z.-N. ieder schutter heeft drie —en;
-gangs-huis, o. -huizen,
a) passantenhuis;
b) waar zwervelingen enz. tijdelijk onderkomen wordt verleend;
-gangsrecht, o. (Z.-N. heffing op doorgangen).