Gepubliceerd op 11-11-2021

bescheiden

betekenis & definitie

1. bescheidde, h. bescheiden (ontbieden, opontbieden); wie heeft u hier bescheiden?

2. bn., bw. (niet te vrijmoedig; zonder enige aanmatiging); een bescheiden jongmens, naar mijn bescheiden mening, een bescheiden belletje; hij vroeg het bescheiden; zegsw. met zijn bescheiden deel tevreden, niet groot.