v. beleefdheden (1 welgemanierdheid, voorkomendheid, vriendelijkheid; 2 uiting van beleefdheid):
1. dat vordert de beleefdheid; burgerlijke beleefdheid, de gewone beleefdheid uit de dagelijkse omgang;
2. iem. beleefdheden bewijzen; nog: dat laat ik aan uw beleefdheid over, believen.