begroef, h. begraven (1 door graven onder de aarde verbergen; 2 ter aarde bestellen; de begrafenis bijwonen; 3 geen gewag meer van iets maken, doodzwijgen):
1. een kist met geld in de tuin begraven;
2. een dode, het lijk begraven; jij moet vandaag uit begraven;
3. iets in zijn binnenste begraven; refl. hij gaat zich in dat dorpje begraven, zich doen vergeten; zich in (of: bij) zijn boeken begraven, zich verdiepen.