Gepubliceerd op 11-11-2021

adder

betekenis & definitie

v. -s, -en, addertje, inlandse giftslang met doorboorde gifttanden; Lat. vipera berus: zegsw. een adder in de boezem, aan zijn borst koesteren, aan iem. weldaden bewijzen, die hij met gruwelijke ondank zal vergelden; alsof hij op een adder getrapt had, van iem., die plotseling schrikt; zie ook gras.

< >