Gepubliceerd op 14-06-2016

Kleine ijstijd

betekenis & definitie

De Kleine IJstijd begon rond 1430 en duurde tot halverwege de negentiende eeuw. Gemiddeld lag de temperatuur in ons land zo'n 1 tot 2 graden lager dan nu.

Onder klimaatonderzoekers is discussie over de exacte periode van de Kleine IJstijd. Dit verschilt per gebied op aarde, maar het hangt ook af van de verschillende criteria. Deze criteria zijn: de grootte van gletsjers, de aard en hoeveelheid van de neerslag, de hoogte van de boomgrens of de temperatuur in de Alpen.

Voor de Lage Landen, waarvan ook ons land deel uitmaakt, ligt het voor de hand de gemiddelde temperatuur in De Bilt en Brussel als uitgangspunt te nemen. In het algemeen wordt aangenomen dat de Kleine IJstijd rond 1430 begon en tot halverwege de negentiende eeuw voortduurde.

Gemiddeld lag de temperatuur in de Kleine IJstijd in ons land zo'n 1 tot 2 graden onder de temperaturen van tegenwoordig. In de Grote IJstijden lag de jaargemiddelde temperatuur in West-Europa rond min 15 graden. Daarna trad een stijging van de temperatuur op, vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw. Dit gebeurde zeer waarschijnlijk mede door menselijke invloeden.