Om een aanvaardbare concurrentie te houden, kan er tegen mededingingsregelingen op twee manieren worden opgetreden door middel van de misbruikwetgeving of verbodswetgeving.
Bij de misbruikwetgeving is kartelvorming wel toegestaan, maar bij misbruik kan de minister van Economische Zaken optreden. Hij kan aan bepaalde overeenkomsten wijzigingen opleggen, hij kan de publieke opinie mobiliseren door publikatie van de kartelovereenkomst en in het uiterste geval verbiedt hij een overeenkomst. Bij verbodswetgeving wordt kartelvorming niet toegestaan. Het EG-verdrag verbiedt in principe kartelvorming, tenzij door de betrokkenen aangetoond kan worden dat de kartelregeling in het algemeen belang is.