Zesenzestig landen, vooral in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan.
Sinds 1975 zijn er afspraken gemaakt tussen de EEG en deze landen om nauwer samen te werken. De landen hebben vrije toegang tot de EG-markt met hun industriële produkten.
Verder zijn er afspraken gemaakt voor een aantal produkten, zoals koffie, katoen en aardnoten over de exportprijzen. Wanneer de prijzen onder een bepaald niveau zakken, krijgen deze landen hun verlies vergoed uit een soort Europees garantiefonds. Ook is er een ontwikke-lingsfonds voor deze landen in het leven geroepen.
