de altaarkast (safe), waarin het → Allerheiligste bewaard wordt. Inwendig met witte zijde behangen. Het schuifgordijntje, dat zich gewoonlijk aan de voorzijde bevindt, wordt ook wel aangebracht op de helft van de diepte om er de Heilige Vaten achter op te bergen bij een private expositie (zie expositie), als het Allerheiligste, rustend in de ciborie, in het geopende tabernakel ter aanbidding wordt uitgesteld.
Uitwendig is het T. dikwijls versierd, beschilderd of gedreven, vooral de deuren. Er overheen moet een → conopeum hangen, wit of in de liturgische kleur van den dag. Indien deze zwart is, dan moet het conopeum paars zijn.