Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Paaschbriefje

betekenis & definitie

Toen men nog verplicht was, zijn → Paaschbiecht te spreken in zijn eigen → parochie, werd aan de geloovigen, die elders biechtten en het verzoek daartoe deden, een verklaring afgegeven door den geestelijke, dat de betreffende persoon bij hem was geweest voor de Paaschbiecht; nu afgeschaft. Zie ook Biechtbriefje.