„teeken”, waarmede men oorspronkelijk tot steun van het geheugen, globaal de heffingen en dalingen aanduidde van de melodie der kerkgezangen, zonder de volstrekte toonhoogte aan te geven. Eerst omtrent de 10e eeuw begon men de toonhoogte door lijnen nauwkeurig aan te duiden en ontstond het Gregoriaansche notenschrift, waarbij de verbinding van twee of meer noten tot een gesloten toongroep en ook de rijke melodie of cadans, die dikwijls op slotlettergrepen voorkomt, neum wordt genoemd.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk