1. Reeks van Missen, gedurende 30 achtereenvolgende dagen gelezen, tot lafenis van de → geloovige zielen, aldus genoemd, omdat de H. Gregorius de Groote veel heeft bijgedragen tot verspreiding van deze devotie. Het gebruik van het opdragen van H.H. Missen op 30 achtereenvolgende dagen schijnt verband te houden met wat de H. Schrift verhaalt over den dood van Mozes en Aäron: „Het geheele volk beweende Aäron gedurende 30 dagen”, Num. XX, 30, en: „De zonen Israëls beweenden Mozes gedurende 30 dagen”, Deut. XXXIV, 8.
Omtrent de Gregoriaansche Missen heeft de H. Stoel de volgende verklaring afgelegd: „Bij decreet van deze Congregatie der Riten van 13 Maart 1884 werd het vroom gebruik erkend en goedgekeurd, alsook het bijzondere vertrouwen, dat de geloovigen hechten aan het opdragen van deze dertig Missen, als zijnde door Gods welwillendheid en de aanname der Goddelijke Barmhartigheid bijzonder krachtig tot de bevrijding der zielen uit de straffen van het vagevuur”.
2. Gezongen Missen, waarvan de muziek volgens de Gregoriaansche melodieën (→ Gregoriaansche zang) gezongen wordt, in tegenstelling met de → muziekmissen.