Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Wolter

betekenis & definitie

Ernst (kloosternaam: Pladidus), Benedictijn; broeder van 3°. * 24 April 1828 te Bonn, † 13 Sept. 1908 te Beuron. In 1851 priester, in 1857 professie als Benedictijn in St.

Paulus buiten de Muren te Rome. Na 1878-’90 abt van Maredsous (België) geweest te zijn, volgde hij zijn broeder op als aartsabt van Beuron (1890-1908).

Evenals deze werkte hij ijverig aan den uitbouw der Beuroner Congregatie.2° Hendrik Jan, kunstschilder.* 15 Juli 1873 te Amsterdam. Aanvankelijk op de militaire school te Haarlem. Studeerde 1895-’99 aan de Antwerpsche academie. Van 1897 tot 1900 koninklijk subsidie. Is hoogleeraar geweest aan de Amsterdamsche academie. Schilderde landschap, figuur, stadsgezicht en portret, in impressionistischen trant. Zijn figuren zijn psychologisch bestudeerd. In markttafereelen verried hij invloeden van moderner stijl, met een „grootere" indeeling van het vlak.

Engelman.

3° Rudolf (kloosternaam: Maurus), Benedictijn, stichter van de Beuroner Congregatie; broeder van 1° (zie boven), die hem in zijn werk grooten steun verleende. * 4 Juni 1825 te Bonn, † 8 Juli 1890 te Beuron. In 1850 priester, in 1857 professie als Benedictijn te Rome in St. Paulus buiten de Muren. Opende te Beuron in 1863 een prioraat, waarvan hij sinds 1868 abt, van 1884 tot zijn dood aartsabt was. De door W. gegeven Beuroner constituties stonden sterk onder invloed van die van Solesmes. W. was een zeer begaafd en kunstzinnig man.

Voorn. werken: Psallite sapienter (5 dln. 31904’07); Elem. vitae monast. (1880). Lit.: St. Hilpisch, Gesch. des Bened. Mönchtums (1929, 378-383); M. W. zum 100. Geburtstag (1925).

< >