De w. als kenmerk van oorlogs- en daarmede gelijkgestelde schepen is een zgn. gespleten w., een lange, platte en zeer smalle gespleten vaan; deze w. wordt op oorlogsvaartuigen met meer dan één mast gevoerd aan den top van den grooten mast; op schepen met slechts één mast aan den top van dien mast. In Nederland heeft de oorlogswimpel de kleuren rood, wit en blauw; de insnijding loopt over ⅓ van de lengte; de drie kleuren nemen gelijkelijk in breedte af tot aan de punt.
Op een vlaggeschip waait de standaard of vlag van den vlootvoogd i.p.v. den oorlogswimpel. Zie de pl.
Vlag t/o kol. 544 in dl. XXIII.