Ned. componist. * 8 Sept. 1894 te Zeist. Studeerde bij J.
Wagenaar; 1918-’23 muziekcriticus, sedert 1929 te Rotterdam directeur van de muziekschool en het conservatorium van Toonkunst. Hij vormde met, P.
F. Sanders de redactie van ’t maandblad De Muziek (1925-’33).
Als componist is P. een der belangrijkste verschijningen van de nieuwere Europ. muziek; stilistisch sluit hij eenerzijds aan bij de richting Mahler-Schönberg, anderzijds bij het Impressionisme (Debussy, Ravel), welke laatste stijl de overhand heeft gekregen en hem in staat stelde, een geheel eigen stijl te creëeren van uiterste geserreerdheid, met een polytonale en polyrhythmische schrijfwijze. P.’s muziek is doorzichtig en dikwijls speelsch van structuur en zou ondanks alle contra-puntische vernuft niet zoo moeilijk te volgen zijn, indien de muzikale gegevens zelve minder abrupt aan elkaar geschakeld zouden zijn.
Als leider van een nieuwe componistenschool (Badings, v. Lier, Ketting, Guillaume Landré) heeft P. de Ned. muziek eveneens sterk gestimuleerd. Reeser.