Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Wijkverpleging

betekenis & definitie

Naast de Kath. bestaan er ook Hervormde w. van verschillende schakeering, Joodsche en neutrale wijkverplegingen, d.w.z. vereenigingen, die een verpleegster beschikbaar stellen in een bepaald stadsdeel, dorp, enz. om zieken aan huis te verzorgen. Vanaf de godvreezende vrouwen, die in oude Christentijden zich wijdden aan het werk van barmhartigheid: „zieken bezoeken”, tot aan de volleerde wijkverpleegster van heden, loopt door haar werk als een roode draad de naastenliefde.

Men zou het aan de wijkverpleegster van thans als een ernstig gemis aan naastenliefde moeten toerekenen, indien zij, niet meegaand met haar tijd, bij het helpen en verplegen van zieken, ook maar iets verzuimde van de maatregelen, door de moderne geneeskunde noodzakelijk bevonden. De wijkverpleegster geeft dan den zieken bij haar bezoek de hulp, die zij van noode hebben en door den behandelenden geneesheer is voorgeschreven, bijv. deskundig verbinden van een wond, verzorging van een zieke kraamvrouw of pasgeborene, verpleegkundige handgrepen op ander gebied.

Daarnaast brengt zij geestelijke troost, zij tracht inzicht te krijgen omtrent het milieu der zieken en daarop in gunstigen zin invloed uit te oefenen. Zij wijst den weg naar instellingen, waar hulp voor de zieken en hun gezin is te verkrijgen.

In later jaren is de wijkverpleegster ingeschakeld in het werk der sociale en preventieve geneeskunde, bijv.:bestrijding der tuberculose als volksziekte, moederschapszorg, en ten slotte wordt van haar diensten gebruik gemaakt bij voor- en nazorg van geesteszieken.

Het is duidelijk, dat deze veelomvattende taak alleen na grondige opleiding met vrucht volbracht kan worden. Zie hiervoor het artikel ➝ Verpleegster. Alleen dus gediplomeerden behooren met het verantwoordelijke werk van wijkverpleging belast te worden. Gezien den aard van het werk, spreekt het vanzelf, dat van Kath. zijde de eisch gesteld wordt: een Kath. verpleegster in een Kath. gezin. Overigens: bij gelijkgezindheid van verpleegster en gezin komt het naaste doel, de eigenlijke verpleging, het best tot zijn recht. Men verwacht van de Kath. wijkverpleegster een zeker apostolaat.

Een pauselijk woord heeft in deze de juiste richting aangegeven: de verpleegster oefent het best apostolaat uit door haar zieken technisch zoo volmaakt mogelijk te verplegen. De wijkverpleegster staat en moet staan buiten iedere geldelijke verhouding tot de door haar bezochte gezinnen. Als regel staat zij in dienst van de vereenigingen, welke in den lande w. organiseeren.

Vgl. ook ➝ Kruisvereenigingen.

< >