is een onafhankelijke staat (➝ Kerkelijke Staat), bevattende een grondgebied van 44 ha, gelegen rond de St. Pieter (het plein, pauselijke paleizen en tuinen, niet het Officie en Campo Santo Teutonico). Tot zekere hoogte moet men bij dit gebied bijtellen 12 complexen van goederen en gebouwen met het privilege van extraterritorialiteit, vrijheid van onteigening en belasting (St. Jan, S.
Maria Maggiore, St. Paulus, Datarie, Kanselarij, Propaganda, St. Calixtus, Palazzo dei Convertendi, H. Officie met Campo Santo Teutonico, Vicariaat, gedeelten van Janiculus en Castel Gandolfo) en 8 andere met vrijheid van belasting (studie-inrichtingen, enkele paleizen en retraitenhuis).
Bij het aantal inwoners van dezen kleinen staat moet onderscheid gemaakt worden tusschen de eigenlijke burgers (nl. ruim 700, o.a. kardinalen, die in Rome, maar vaak buiten de V.S. wonen, hooge geestelijken en Zwitsers) en personen, die verlof hebben om binnen de stad te wonen, o.a. de dienaars der burgers. De officieele vlag bestaat uit twee loodrechte zijden banen, wit, geel, met op de witte baan den gekruisten sleutel, bekroond door de tiara. Het wapenschild der V.
S. vertoont dezelfde sleutels met tiara op een rood vlak, gelijk ook het officieele ronde zegel met opschrift Stato della Città del Vaticano (afgekort op auto’s: S.C.V.; voor de post Città del Vaticano).
De V. S. heeft eigen munt, posterijen met eigen postzegels, telegraaf, telephoon en radio, alles internationaal erkend en door bijzondere conventies met Italië geregeld.Lit.: R. Post en J. O. Smit, Het Vaticaan (1932).
Het leger der V. S. bestaat uit ➝ Zwitsersche garde (100 man); gewapend zijn ook de gendarmen (politiedienst in de V. S.); de uit een officierencorps van 90 leden bestaande edelgarde, waarvan de leden om beurten de gewone eerewacht van den paus vormen; en de paleisgarde, gevormd door 400 in Rome wonende burgers, die bij plechtige gelegenheden als eerewacht in functie treden. Ridderorden: ➝ Christusorde (1319); orde van den ➝ Gouden Spoor (1905); ➝ Piusorde (1847); Orde van den H. Gregorius (➝ Gregorius-orde) (1831); ➝ Silvesterorde (1841).
Lit.: Ch. Richon, Le pape et la Cité du Vatican (1933). Post.