Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Uier

betekenis & definitie

Het complex van door de huid ingesloten melkklieren, gelegen tusschen de achterbeenen en onder den buik bij de hoefdieren, speciaal bij de eenhoevigen en de herkauwers. Bij de koe, het melkdier bij uitnemendheid, bestaat de u. uit twee helften, door een elastischen huidwand (ophangband) in de lengterichting van elkaar gescheiden. Iedere helft is weer verdeeld in twee op zich zelf staande klieren (kwartieren), het voorste en het achterste kwartier, door geen wand van elkaar gescheiden, ieder voorzien van een tepel of speen, met een uitvoeropening voor de melk. Tusschen en om het klierweefsel bevindt zich bindweefsel.

Het klierweefsel bestaat uit een zeer groot aantal kleine lobjes of kwabjes, welke weer zijn opgebouwd uit nog kleinere klierblaasjes. Ieder klierblaasje bestaat uit een laag melkkliercellen, welke, in functie, uit de grondstoffen, door het bloed aangevoerd, de melk vormen en afscheiden in de inwendige holten der blaasjes (alveolen). De gevormde melk komt dan in de lobjes en vandaar door kleine buisjes in steeds grooter wordende kanalen en tenslotte door 10 à 12 kanalen in de boven iederen tepel liggende holte of boezem. Vandaar wordt de melk via het tepelkanaal door het zuigen of melken uit den u. verwijderd.

De tepel is hol en eindigt in het tepelkanaal, dat door een kringspier wordt afgesloten van de buitenlucht. De melkvorming en -afscheiding staat in sterke mate onder invloed van het zenuwstelsel. Een groot gedeelte der melk wordt tijdens het melken gevormd.Uierontsteking (mastitis) wordt bijna altijd veroorzaakt onder invloed van bacteriën, welke in den uier binnendringen óf door de bloedbaan, óf door de opening van den tepel. In de melk vinden deze bacteriën een uitstekend voedsel, zoodat zij zich daar snel kunnen vermenigvuldigen. Zij tasten dan het weefsel aan, waardoor een abnormale melkvorming plaats gaat vinden en de melk van aanzien gaat veranderen. De in onze streken het meest voorkomende uierontstekingen worden veroorzaakt door streptococcen (kettingbacteriën), tuberkelbacillen, staphylococcus pyogenes en den bacil van het besmettelijk verwerpen. De ontsteking wordt bevorderd door onjuist melken, genezing treedt slechts in die gevallen op, waarbij de uierontsteking nog niet ver voortgeschreden is en men ten spoedigste afdoende maatregelen neemt. Dit geldt echter alleen voor de streptococcen-mastitis.