Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Triest (divers)

betekenis & definitie

(Ital. Trieste).

Provincie van het koninkrijk Italië, vóór 1918 Oostenrijksch. Opp. 1279 km2; ca. 360 000 inw. Karstgebied, onvruchtbaar; langs de kust tarwe, ooft, wijn.
2° Hoofdstad der gelijknamige prov.; ca. 260 000 inw. Bisschopszetel. Universiteit, handelshoogeschool en talrijke onderwijsinstellingen. Vliegveld; druk spoorwegknooppunt; belangrijke havenstad. Na 1918 liep de havenbeweging sterk terug.

Lit.: A. Tamaro, Storia di T. (2 dln. 1924). Heere. Petrus Josephus Triest Kanunnik, ordestichter. * 31 Aug. 1760 te Brussel, † 24 Juni 1836 te Gent. Priester gewijd in 1786, werd hij na vsch. andere bedieningen te hebben vervuld, pastoor te Lovendegem in 1803, waar hij de congregatie stichtte der Zusters van Liefde. In 1810 volgde de oprichting van de congregatie der Broeders van Liefde en in 1823 die der Broeders van den H. Joannes de Deo, benevens vsch. andere genootschappen van liefdadigheid, zoodanig dat men hem genoemd heeft: de H. Vincentius a Paulo van België.

Lit.: Kanunnik Triest, stichter van de Congregatie der Zusters van Liefde van Jezus en Maria. Zijn leven, zijn geest, zijn werken (1926). Allossery.

< >