Abdij „nullius” (zie ➝ Abbas Nullius) bij Rome; op zijn vroegst in de 6e e. gesticht ter plaatse, waar St. Paulus onthoofd zou zijn. Oorspronkelijk bewoond door Grieksche monniken, was het vanaf de 9e e. een klooster der Benedictijnen, totdat de H. Bernardus het in 1140 van den paus voor zijn orde ontving.
In de 15e-16e eeuw was de abdij in handen van commendataire abten, maar zij bloeide in de 17e eeuw weer op onder het bestuur van Ughelli. In 1812 werd het klooster opgeheven, doch in 1868 kwam het aan de Trappisten. Th. Heijman.