Instrument tot het meten van electrische stroomen in absolute maat, bestaande uit een cirkelvormigen stroomgeleider (één of Tangenten-boussole. meer windingen), in het middelpunt waarvan een kompasnaald is geplaatst. De stroomgeleider is daarbij geplaatst in het vlak van den magnetischen meridiaan, dus ongeveer N.-Z. Is n het aantal cirkelvormige draadwindingen, r de straal, H de horizontale intensiteit van het aardmagnetisme, α de hoek, waarover de kompasnaald door den stroom afwijkt, dan is het bedrag van den stroom: i = rH/2 π n tg α electromagnetische eenheden of 10 rH/2 π n tg α absolute ampères. Lit.: F. Kohlrausch, Praktische Physik (17, 1935).
W. de Groot.