(Grieksch: zich op de manier der Cretenzers tegen een gemeenschappelijken vijand vereenigen), versmelting van wijsgeerige en religieuze opvattingen en meeningen van verschillende herkomst, zonder dat de tegenstrijdigheden worden opgeheven en een diepere synthese bereikt. Zulk een religieus s. is reeds bij verschillende natuurvolkeren aanwezig evenals in al de Antieke culturen. Het meest treffende voorbeeld is het Hellenistisch s., ontstaan uit het contact van de Grieksche religieus-philosophische cultuur met de Oostersche religieuze opvattingen en theologische systemen. De liberale godsdiensthistorici wilden ook het Christendom als een syncretistisch product van Joodsche, Oostersche en Grieksche opvattingen doen doorgaan.
Sommige Protestanten (Harnack) beweerden hetzelfde van het Katholieke Christendom. De Prot. kerkgeschiedenis kent den syncretistischen strijd.Lit.: Fr. Cumont, Les religions orientales dans le paganisme romain (21929); A. Dufourcq (Kath.), Hist. ancienne de l'Eglise. I. Les religions païennes et la religion juive comparée. II.
La revolution religieuse de Jésus (1923); K. L. Bellon, Inl. tot de godsdienstgeschiedenis (1933).
Bellon.