Onder den naam El Sjaddai openbaarde God zich aan Abraham (Gen.17.1) en aan Jacob (Gen.35.11). De grammaticale beteekenis van S. is onzeker; de vertalingen hebben: „de almachtige”.
De naam S. staat tegenover den Godsnaam Jahweh, „de zijnde” (Ex.6.2). De beloften, door God als „almachtige” gedaan, zal Hij als „zijnde” in vervulling doen gaan.