Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Salamanders

betekenis & definitie

(Urodela, Caudata), een orde van de klasse der ➝amphibieën, hebben een gerekt lichaam, een vrij grooten, afgeplatten kop en vrij langen staart. Op boven- en onderkaak en het gehemelte staan tanden.

De s. worden in drie fam. verdeeld. De fam. der s. (Salamandridae) hebben een hagedisvormig lichaam en verliezen bij de gedaanteverwisseling meestal de kieuwen.

In Ned. leeft de gevlekte landsalamander of vuursalamander. Van het geslacht watersalamander (Molge, Triton of Triturus) komen in onze streken voor: de groote watersalamander (M. cristata Laur.), 16 cm lang, met zwarten rug en rooden buik; de kleine watersalamander (M. vulgaris L.), 11 cm lang, zeer algemeen, bruingrijs met zwarte vlekken (mannetje) of zwarte strepen (wijfje); de alpenwatersalamander (M. alpestris L.), 10 cm lang, met grijzen of bruinen rug en oranjeroode (mannetje) of gele (wijfje) onderzijde.

In de bergen van Midden-Europa leeft de ➝alpensalamander. In de meren van Mexico komt de ➝axolotl (Amblystoma mexicanum Cope) voor, donker bruingroen, 20 cm lang, die zelden volwassen wordt en zich als larve met uitwendige kieuwen voortplant.

De andere fam. zijn: de vischsalamanders, reuzensalamander en de olmen (➝Olm). Keer.

< >