Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Rentevoet

betekenis & definitie

De verhouding tusschen de rente (d.i. de voor de kapitaalhuur te betalen geldsom) en de kapitaalsom, in procenten uitgedrukt. De hoogte van den r. is voor de welvaart van groot gewicht.

Immers de voortbrenging geschiedt in belangrijke mate met behulp van → crediet, waaruit volgt, dat de voortbrengingskosten, waaronder de rente van dat crediet begrepen is, hooger of lager zijn naarmate de r. stijgt of daalt. De r. wordt bepaald door vraag en aanbod, welke op hun beurt door vsch. factoren worden beïnvloed.

Op de kapitaalrente zijn de gewone prijswetten van toepassing. De hoogte der kapitaalrente (dus de r.) zal komen te staan op het punt, waarop vraag naar en aanbod van kapitaal in evenwicht zijn.

De bovengrens wordt aangewezen door de winst, welke wordt afgeworpen door de onder de ongunstigste omstandigheden werkende maar voor de behoeftenbevrediging toch nog noodzakelijke ondernemingen; de benedengrens wordt bepaald door de meerdere of mindere geneigdheid van de eigenaren van het kapitaal om dit uit te leenen, zulks in verband met de gevaren aan dit uitleenen verbonden. Kapitaal, geleend aan een exploratie-onderneming, loopt kans geheel verloren te gaan, terwijl kapitaal, aan een oude gevestigde spoorwegmaatschappij geleend, geen of weinig risico loopt.

In het eerste geval zal de rente hoog en in het tweede geval laag zijn. Hieruit blijkt, dat rente een verbinding is van twee elementen: de eigenlijke rente of interest en de risicopremie.

De aequatiewet geldt uiteraard alleen voor de interest, niet ook voor de risicopremie. De factoren, welke vraag en aanbod van kapitalen beïnvloeden, zijn o.m. 1° toeneming van de bevolking en/of van haar behoeften, een gunstige economische of politieke toestand, verhoogde ondernemingsgeest, gebrek aan vertrouwen bij de beleggers; in al deze gevallen heeft de r. neiging tot stijging. 2° Grootere kapitaalvorming, gebrek aan vertrouwen bij de ondernemers; hier zal de r. de neiging hebben tot dalen.

Van beteekenis voor de hoogte van den r. is ook de aard van het crediet (kort of lang crediet), het risico daaraan verbonden en de organisatie van de kapitaalmarkt.

In de practijk kan de r., door de circulatiebank vastgesteld, als het scharnierpunt beschouwd worden voor de overige.

Immers van dezen r. gaat groote invloed uit op de discontorente, welke op de beurs berekend wordt, op de rente der credietbanken, die door herdisconteering hunner wissels bij de circulatiebank van den r. van deze laatste afhankelijk worden. De r., in zijn eeuwenlange ontwikkeling beschouwd, toont een daling.

Terwijl nl. in het Oude Athene een rente van 12% niet als overdreven schijnt te zijn beschouwd en de Lex XII Tabularum van het Oude Rome een maximum van 81/3 % vaststelde, bedroeg de r. vóór den Wereldoorlog 2 à 3%.Lit. : Wicksell, Geldzins als Regulator der Güterpreise ; E. Voye, Ueber die Höhe der verseh. Zinsarten ; Kahn, Gesch. des Zinsfusses in Deutschland.