(stedebouwkundig). Vooral in de grootere bevolkingscentra is de behoefte aan r. groot. Deze behoefte is sterk toegenomen in de laatste decennia, de omvang der r. is daardoor aanzienlijk vermeerderd, doch bovendien zijn zij van aard veranderd.
Vroeger waren de r. geïsoleerd liggende plantsoenen en parken: „siergroen”, thans zooveel mogelijk vereenigd tot een samenhangend, in de bebouwing ingevlochten „groensysteem”, bestaande vnl. uit sportvelden, volkstuinen, enz. Daarnaast ook wel parken, doch deze worden toch bestemd voor een „actiever” gebruik dan vroeger, toen er alleen op de paden mocht worden gewandeld; thans wordt er de gelegenheid geopend voor kampeeren, picnicken, kinderspelen (piasvijvers), watersport enz.Voldoende en oordeelkundige voorziening met r. is een hoofd-opgave van den ➝ stedebouw. v. Embden.
